Eger
Een wijnregio waarvan vooral de gelijknamige stad tot de verbeelding spreekt. Ze kunnen er zowel op hun heroïsche geschiedenis als op hun bekendste wijn, de Egri Bikavér, terugvallen. Naast de zoete Tokajwijnen is Egri Bikavér (Stierenbloed van Eger) een begrip in de wijnwereld. Het is een blend op met Kékfrankos als ruggengraat aangevuld met ten minste drie van de toegelaten druivenrassen. Maar Eger is veel meer dan dat, het is één van de koelste regio’s van het land en heeft eveneens de hoogste wijngaarden van Hongarije met de Nagy Eged Hegy (536m) als hoogste punt waar druiven staan aangeplant. Samen met de diverse bodems is Eger uitermate geschikt voor het maken van rode cépagewijnen die het terroir in zich meedragen. Pinot Noir, Kadarka en Syrah springen er uit bij de blauwe druiven. Bij witte wijnen zien we vaak blends zoals de Egri Csillag (de Ster van Eger) die een witte tegenhanger is van de Bikavér. In deze blends vinden we een enorme diversiteit aan druivenvariëteiten.
Oppervlakte: 5652ha (2020) waarvan 2/3 blauwe druiven
Wijnhuis: Tóth Ferenc
Bodem: zeer divers, bruine bosgronden die voortkomen van vulkanische rhyoliet en tufsteen, kalksteen, dolomiet, argilliet, kiezel.
Voornaamste druivenrassen: Leányka, Királyleányka, Olaszrizling, Kékfrankos, Pinot Noir, Cabernet Franc, Cabernet Sauvignon, Merlot, Syrah,